Al in 1661 sloot de Britse postdienst (GPO) een contract met de stad Amsterdam voor het vervoer van de post over de Noordzee. Dat vond plaats met zeilschepen tussen Harwich en Hellevoetsluis of Den Briel. De brieven werden als "per scheepsgelegenheid" (ship letters) behandeld.
De inval van Frankrijk in Nederland maakte medio januari 1795 een einde aan de verbinding tussen Harwich en Hellevoetsluis. Al op 24 januari werd een nieuwe route geopend, nu vanuit Yarmouth via Cuxhaven en Hamburg naar Nederland vice versa. In Groot-Brittanië moest het port, 1 shilling per single letter vooruit worden betaald.
Nog vóór de ondertekening op 25 maart 1802 van de Vrede van Amiens, die vrede bracht tussen Frankrijk, Engeland en de Bataafse Republiek, heropende de postverbinding met Hellevoetsluis. De eerste post werd op 3 januari 1802 in Amsterdam ontvangen.
Nadat het op 18 mei 1803 opnieuw oorlog werd tussen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk werd op 25 juni 1803 een conventie gesloten tussen Frankrijk en de Thurn-und-Taxis Post om de brieven opnieuw via Hamburg te versturen.
Met afkondiging van het Continentaal Stelsel door Napoleon op 21 november 1806 werd een einde gemaakt aan de betrekkingen met Engeland en werd alle handel en correspondentie verboden. De Britse General Post Office probeerde toen langs andere weg post naar de door Frankrijk beheerste gebieden te krijgen. Post werd via Göteborg (Zweden) en tot begin 1807 via Tönningen (het toen Deense Schleswig-Holstein) en daarna Helgoland aangebracht. Ook smokkelden vissers poszakken met post aan land, mogelijk ontvingen zij deze op de Noordzee van schepen van de Britse Royal Navy. Op de brieven mochten geen postmerken of aanduidingen van de briefschrijvers staan waaruit opgemaakt kon worden waar ze vandaan kwamen. Soms kunnen we aan de hand van het watermerk in het briefpapier achterhalen of de brief uit Groot-Brittannië kwam.
Eind 1813 was Napoleon verslagen en kon de postverbinding met Groot-Brittannië worden hervat. Blijkens Circulaire 1 van 29 november 1813 kwam het eerste gesloten postpakket aan op het postkantoor te Leiden, voor verdere verspreiding over het land. De post werd door de Engelsen in Katwijk aan land gebracht. Een week later werd de postverbinding volgens Circulaire 2 van 7 december 1813 verlegd naar Hellevoetsluis. Deze werd uitgevoerd met private zeilpaketboten die onder contract stonden met de General Post Office in Londen. De Engelse post werd in Londen verzameld en per postkoets naar Harwich gebracht, een tocht van 8 tot 10 uur, vanwaar de paketboten naar Nederland gingen, een overtocht die afhankelijk van met name de windrichting 24 tot 48 uur duurde. Normaliter werd de post uitgeladen in Hellevoetsluis en doorgezonden naar het postkantoor in Rotterdam, waar ook de retourpost werd verzameld. Indien dit in de winter door ijsvorming niet mogelijk was werd Scheveningen aangedaan en het pakket naar postkantoor Den Haag gestuurd.
Het laatste postvervoer via de route Harwich - Hellevoetsluis richting Nederland vond plaats op 29 augustus 1832 met de Lord Duncan. Op 3 september 1832 nam dit schip de laatste retourpost mee naar Harwich.
Op 22 augustus 1822 vertrok de eerste stoomboot die post vervoerde tussen Londen en Rotterdam, de King of the Netherlands. De overtocht ging nu sneller en regelmatiger, een stoomboot is natuurlijk nauwelijks afhankelijk van de windrichting zoals een zeilboot dat is.
In juni 1832 kreeg de General Steam Navigation Company (GSNC) het mailcontract van het Britse General Post Office. De post werd nu tweemaal per week, vertrek vanuit Londen op dinsdag- en vrijdagnacht naar Rotterdam gebracht. In Nederland werd deze wijziging aangekondigd in Circulaire 249 van 12 oktober 1832. De GSNC Sir Edward Banks was de eerste Britse paketboot die onder dit contract voer.
Vanuit Rotterdam voer de Batavier van de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij (NSM), later vervangen door de Batavier II en volgende nummers, vanaf 12 april 1830 zo'n vijftig jaar tussen Rotterdam en Londen, maar ook deze geregelde verbinding, de Batavier Lijn, hoewel genoemd in Circulaire 332, kreeg geen mailcontract en de brieven werden dus eveneens als "per scheepsgelegenheid" (ship letter) behandeld.
Raderstoomboot NSM Batavier, 1855.
In Groot-Brittannië werd tot 5 december 1839 het port voor buitenlandse brieven tot 1 ounce (oz) hoger naarmate een brief uit meer vellen papier bestond:
Single letter = 1 vel papier = 1 x port
Double letter = 2 vel papier = 2 x port
Treble letter = 3 vel papier = 3 x port
Ounce letter = 4 vel papier of met een gewicht van 1 oz = 4 x port
Iedere ¼ oz boven 1 oz: 1 x port extra.
Op 5 december 1839 werd in Groot-Brittannië de gewichtsprogressie ingevoerd: Brieven t/m ½ oz: 1 x port, ½ t/m 1 oz: 2 x port, 1 t/m 2 oz: 4 x port, etc.
De Britse basistarieven voor verzending per paketboot van en naar Nederland waren:
inkomend naar Londen 1) |
uitgaand tot de haven |
|
05-04-1801 |
1sh 2d |
4d 2) |
26-06-1802 |
1sh |
1sh 3) |
12-03-1805 |
1sh 2d |
1sh 2d 2) |
09-07-1812 |
1sh 4d |
1sh 4d 2) |
1) plus binnenlandtarief vanaf London
2) plus binnenlandtarief naar London
3) plus binnenlandtarief naar Dover
Tijdens de oorlogen met Frankrijk waren deze postverbindingen meestal verbroken. De post werd dan zo mogelijk via Hamburg verzonden, zie hiervoor. De tarieven via Hamburg waren:
in- en uitgaand |
|
24-01-1795 |
1sh |
05-04-1801 |
1sh 4d |
Tarieven vanaf 1840:
Via Rotterdam |
Via Oostende |
Via Calais *) |
|
01-01-1840 |
1sh 4d |
1sh 4d |
10d / 10d |
01-06-1843 |
15d / 1sh 8d |
||
01-01-1844 |
1sh |
1sh |
|
01-12-1844 |
8d |
||
01-12-1849 |
1sh 2d |
||
01-04-1852 |
11d / 1sh 5d |
||
15-12-1853 |
gestaakt |
8d |
|
01-01-1855 |
8d / 1sh 4d |
||
01-01-1857 |
6d / 1sh |
||
01-10-1864 |
3d |
*) via Calais: t/m ¼ oz / van ¼ t/m ½ oz.
Voor de omrekening van het port was postaal 1 shilling = 12 pence = 12 Nederlandse stuiver = 60 cent.
Vanaf 29-11-1813 (Circulaire 1 en een correctie daarop in Circulaire 2) was het Nederlands port voor de in gesloten paketten ontvangen brieven met de paketboten uit Engeland als volgt:
tot 15 gram: 10 stuiver
15 - 20 gram: 14 stuiver
20 - 25 gram: 18 stuiver
25 - 30 gram: 22 stuiver
Iedere 5 gram meer: + 4 stuiver.
Als uitwisselingskantoor voor de post van en naar Groot-Brittannië fungeerde in eerste instantie tijdelijk Leiden (Circulaire 1). Op 7 december 1813 werd Leiden vervangen door Den Haag omdat de post door de Engelsen niet in Katwijk maar in Scheveningen werd aangebracht (Circulaire 2).
Op 14 december 1813 werd Den Briel het grenskantoor (Circulaire 4). Deze kreeg hiertoe een ovaal stempel Brielle Eng: Corresp:, in gebruik tussen 1815 en 1832.
Op 1 februari 1815 (Circulaire 42) werd het Nederlands port voor uitgaande brieven naar Groot-Brittannië het binnenlands tarief tot Den Briel + 3 stuiver zeeport, afgerond naar boven naar hele stuivers. Brieven konden uitsluitend aldus gefrankeerd worden verzonden.
De gewichtsprogressie is vanaf nu gelijk aan die voor binnenlandse brieven.
Voor binnenkomende brieven uit Groot-Brittannië tot 1 lood = 15 gram (vanaf 1821 tot 16 wigtjes) was het port 10 cent.
Op 14 oktober 1843 werd er een postverdrag gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland waarin het onderhouden van een geregelde postverbinding werd overeengekomen. Deze trad op 1 januari 1844 in voege. Tweemaal per week, op woensdag en zaterdag, zullen bij de Britse General Post Office onder contract staande paketboten de post tussen Londen en Rotterdam vervoeren. Bij slecht weer kon de post in Scheveningen of een andere havenplaats worden aangebracht. Het regelde ook de transito en koloniale correspondentie die via de genoemde staten moest worden verzonden.
Volgens circulaire 332, waarin het postverdrag werd toegelicht, konden de brievenmalen tegen dezelfde condities ook met de Batavier of andere particuliere stoomboten die geregeld tussen Rotterdam en een Britse haven voeren worden meegegeven.
Per 1 januari 1844 werd het Nederlandse tarief voor het hele traject tot 15 wigtjes 60 cent (Circulaire 332) en het Britse tarief tot en met ½ oz: 1 shilling. Brieven mochten geheel gefrankeerd of ongefrankeerd worden verzonden. Gedeeltelijke frankering was niet toegelaten.
Op 19 augustus 1846 wordt aangekondigd dat er nu ook een geregelde stoombootdienst is tussen Rotterdam (vertrek op vrijdag) en Yarmouth (vertrek op woensdag) (Circulaire 365). De posttarieven hiervoor zijn hetzelfde.
Vanaf 25 juni 1845 (Circulaire 354) kon de post ook via Oostende in België verzonden worden. Het uitwisselingskantoor (grenskantoor) werd hiervoor Breda.
Tarief franco Oostende: 20 cent Nederlands port + 15 cent Belgisch transitoport = 35 cent, volgens de Belgische gewichtsprogressie.
In Groot-Brittannië door de geadresseerde te betalen port tot ½ oz: 8 pence.
Ingaande 1 december 1849 (Circulaire 404) werd de post via Oostende dagelijks in gesloten malen vervoerd en kon gefrankeerd worden tot bestemming volgens de Nederlandse gewichtsprogressie:
Tarief bij verzending over Oostende: tot 15 wigtjes: 70 cent.
Tarief bij verzending over Rotterdam bleef 60 cent.
Brief van Londen per paketboot naar Rotterdam en verder over land naar Zwolle, 16 april 1851. Tarief 1-1-1844 t/m 1-1-1853, 0 - 15 wigtjes: 60 cent.
Vanaf 2 december 1853 (Circulaire 483) kon uitsluitend nog over Oostende verzonden worden. De paketbootverbinding tussen Rotterdam en Londen werd opgeheven.
Het briefport voor brieven van Nederland naar Groot-Brittannië en Ierland werd:
wigtje/gram |
cent |
|
01-04-1854 |
15 |
40 |
01-10-1864 |
15 |
15 |
01-07-1875 |
15 |
12½ |
Op 3 oktober 1876 verkreeg de Stoomvaart Maatschappij Zeeland het contract voor het postvervoer. De SMZ voer tussen Vlissingen en Queenborough op het eiland Sheppey.
Incidenteel, als Hellevoetsluis respectievelijk Rotterdam niet bereikbaar waren door bijvoorbeeld ijsgang, werd de uit Engeland komende post in Scheveningen aan land gebracht. Den Haag regelde dan de distributie in plaats van het officiële grenskantoor.
Per scheepsgelegenheid (ship letters)
Naast het vervoer met de paketboten kon ook met andere schepen post worden meegegeven. In Nederland moest dan op de achterzijde het woord Zeebrief worden genoteerd. Later werden hiervoor stempels verstrekt. Op de voorzijde van de brief moest dan de naam van het schip en eventueel de naam van de kapitein en haven van vertrek worden vermeld.
De in Groot-Brittannië geldende tarieven voor binnenkomende brieven per scheepsgelegenheid uit Nederland:
tarief |
||
< 01-06-1711 |
- *) |
alleen binnenlands tarief berekend |
01-06-1711 |
1d *) |
1d ship letter rate is een vast bedrag per brief |
10-10-1765 |
1d +1d |
1d extra is voor een brief naar de havenplaats |
01-08-1815 |
8d *) |
ship letter + binnenlands tarief per vel papier |
05-12-1839 |
8d + 4d = 1sh |
progressie is nu per gewichtsklasse, t/m ½oz,
4d is het vaste binnenland tarief |
05-12-1839 |
8d |
indien in de havenplaats gepost |
10-01-1840 |
8d |
vast tarief zonder toeslag binnenlands tarief |
*) + binnenlands tarief per vel papier vanaf de havenplaats tot de bestemming.
In Groot-Brittannië geldende tarieven voor uitgaande brieven per scheepsgelegenheid naar Nederland:
tarief |
||
< 01-06-1711 |
- *) |
alleen binnenlands tarief berekend |
01-06-1711 |
1d *) |
1d ship letter rate is een vast bedrag per brief |
12-07-1799 |
½ paketboot tarief |
vanuit andere havens van vertrek dan die der paketboten
moest dit bedrag geschat worden, afgerond op ½d |
10-10-1814 |
⅓ paketboot tarief |
de afzender regelt de verzending niet
via een forwarding agent maar zelf |
11-07-1815 |
regeling van 10-10-1814 ingetrokken |
|
21-08-1835 |
1sh |
8d indien in de havenplaats gepost |
05-12-1839 |
progressie is nu per gewichtsklasse, t/m ½oz |
|
10-01-1840 |
8d |
vast tarief per ½oz zonder toeslag binnenlands tarief |
*) + binnenlands tarief per vel papier naar de havenplaats waar het schip vertrekt in Groot-Brittannië.
De in Nederland geldende tarieven voor inkomende brieven per scheepsgelegenheid uit Groot-Brittannië waren voor de eerste gewichtsklasse:
gewicht |
tarief |
|
05-02-1816 |
1 lood |
8 stuiver |
19-04-1816 |
1 lood |
12 stuiver |
04-04-1821 |
16 wigtjes |
12 stuiver |
17-09-1823 |
16 wigtjes |
10 stuiver *) |
01-01-1827 |
16 wigtjes |
50 cent *) |
01-01-1844 |
16 wigtjes |
60 cent |
01-09-1850 |
15 wigtjes |
40 cent |
01-09-1855 |
15 wigtjes |
30 cent |
*) Verlaging uitsluitend voor zeebrieven uit Groot-Brittannië, omdat het tarief anders hoger zou zijn dan voor dat voor de paketboten (Circulaire 176 artikel 17). De per scheepsgelegenheid verzonden brieven werden voorzien van een stempel Engeland over .... met de naam van de aankomsthaven.
Nederland kende geen tarief voor uitgaande zeebrieven, alleen het binnenlands tarief naar de havenplaats was verschuldigd. Op 17 september 1823 werd het tarief echter gelijkgesteld aan dat voor paketboten: 15 cent + het binnenlands tarief tot aan het grenskantoor Den Briel (Circulaire 176 artikel 4).
Binnenland tarieven in England and Wales
Deze tarieven voor single letters (bestaande uit een enkel vel papier) waren van toepassing tussen twee postkantoren, maar brieven die via Londen gingen, betaalden tot 1797 twee keer kosten.
1 post- halte |
2 post- halten |
beneden 80 mijl |
boven 80 mijl |
boven 150 mijl |
||
01-06-1711 |
3d |
4d |
||||
17-09-1823 |
1d |
2d |
3d |
4d |
||
31-08-1784 |
2d |
3d |
4d |
5d |
6d |
|
Afstand in mijl |
||||||
0 - 15 |
15 - 30 |
30 - 60 |
60 - 100 |
100 - 150 |
> 150 |
|
05-01-1797 |
3d |
4d |
5d |
6d |
7d |
8d |
Single letters van 1801 tot 1839:
Mijl |
05-04-1801 |
12-03-1805 |
09-07-1812 |
11-1837 |
0 - 8 |
2d |
|||
8 - 15 |
3d |
4d |
4d |
4d |
15 - 20 |
5d |
5d |
||
20 - 30 |
4d |
5d |
6d |
6d |
30 - 50 |
5d |
6d |
7d |
7d |
50 - 80 |
6d |
7d |
8d |
8d |
80 - 120 |
7d |
8d |
9d |
9d |
120 - 170 |
8d |
9d |
10d |
10d |
170 - 230 |
9d |
10d |
11d |
11d |
230 - 300 |
10d |
11d |
1sh |
1sh |
> 300, extra |
1d |
1d |
1d |
1d |
Single letter = 1 vel papier = 1 x port
Double letter = 2 vel papier = 2 x port
Treble letter = 3 vel papier = 3 x port
Ounce letter = vanaf een gewicht van 1 oz = 4 x port.
Op 5 december 1839 werden tarieven naar gewicht ingevoerd:
tot 8 mijl |
boven 8 mijl |
|
0 - ½ oz |
2d |
4d |
½ - 1 oz |
4d |
8d |
> 1 oz vooruitbetaald |
4d |
8d |
> 1 oz ongefrankeerd |
8d |
1sh 4d |
Per 10 januari 1840 treedt de Uniform Penny Postage in werking. De start van de uitgifte van postzegels en postwaardestukken volgde op 6 mei 1840.
Laatst bijgewerkt op
17.01.2024 20:37
uur.
Copyright © 2019 -
G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands
Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?